Bezienswaardigheden Valencia: deze mag je niet missen!
21 november 2023
Je gaat naar Valencia, want je hebt misschien zin om in de zon op een terrasje te zitten met een sangria in je ene hand en een tapa in je andere hand. Of je gaat naar Valencia omdat je het bruisende stadsleven wilt combineren met een vitamine D-shot op het strand. Of omdat je een heel leuk hotel hebt gespot waar je graag wilt logeren. Maar om welke reden je ook gaat, deze tien bezienswaardigheden in Valencia mag je zeker niet missen tijdens je stedentrip!
Mercado Central
Mercado Central (Mercat Central in het Valenciaans) is de grootste overdekte versmarkt van Europa en ligt middenin Ciutat Vella, het historisch centrum van Valencia. Het ontwerp van het prachtige gebouw dateert al uit 1914, maar werd pas in 1928 officieel geopend. Het is daarmee ook een van de oudste markthallen van Europa. De bouwstijl is een duidelijk voorbeeld van het Spaanse Modernisme of Jugendstil, met glas in lood, ijzer en versierd met keramiek. Er zijn ruim driehonderd verschillende stalletjes. De kleuren van groenten, de geuren van vers brood en vis, en de luide stemmen van de kooplui: het is een bijzonder schouwspel. Honger gekregen van al die mooie producten? Aan de buitenkant van de mercado, aan de Plaça del Mercat, zit een barretje met een paar tafels en stoelen op straat waar ze lekkere tapas en wijn serveren. Je herkent deze zaak aan de gele luifels en geel-blauwe tegeltjes.
Mercado Colón
De voormalige markthal Mercado Colón is in 1914 gebouwd en heeft twee grote boogvormige ingangen met mozaïek. Het ligt in het hart van de wijk Colón. Het is geen traditionele versmarkt meer; in 2003 is de hal helemaal opgeknapt. Sindsdien heb je hier verschillende stalletjes waar je allerhande gerechten kunt bestellen, van goed betaalbaar tot fine dining. Zo kun je voor upscale Japans eten terecht bij Momiji, of schuif aan bij Mi Cub voor Spaanse tapas. Je kunt hier rustig genieten van een drankje en een hapje op een van de luxe terrasjes. Er zijn vaak tentoonstellingen, concerten en markten. Vergeet niet in de kelder te kijken, want daar zitten ook restaurants en winkeltjes. De openingstijden van Mercado Colón zijn vanwege de vele horeca anders dan van een traditionele mercado. Meer informatie hierover vind je op de website.
In Valencia zitten nog veel meer leuke markthallen die een bezoekje waard zijn. Daarover lees je hier meer.
Museo de Bellas Artes
Na het Prado in Madrid is het Museo de Bellas Artes, in het Valenciaans Museu de Belles Arts de València, het belangrijkste kunstmuseum van Spanje en absoluut een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Valencia. De eerste versie van het museum werd al in 1768 opgericht door leraren en leerlingen van de toenmalige kunstacademie. In 1837 verhuisde het museum naar een oud klooster, waar het tot 1936 zat. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd een groot deel van de collectie overgebracht naar Madrid, omdat het klooster als opslagplaats in gebruik werd genomen. Na de oorlog bleek het pand niet meer geschikt te zijn als museum en vestigde het zich op de huidige locatie, een schitterend barok pand genaamd Palacio de San Pío. Het museum herbergt inmiddels meer dan tweeduizend werken uit de periode 14e tot 19e eeuw. Je ziet schilderijen van de Valenciaanse schilders López, Juan de Juanes, Ribalta en Sorolla, maar ook van Velázquez, Goya, Jheronimus Bosch en El Greco. Het museum heeft ook een interessante collectie beeldhouwwerken en archeologische vondsten.
Torres de Serranos
De stadspoort Torres de Serranos was eind 14e eeuw de noordelijke hoofdingang van de stad. Via deze poort vertrok je richting Barcelona en de rest van het noorden. Het is de grootste gotische stadspoort van Europa, gebouwd door Pere Balaguer in 1394. Valencia was tot halverwege de 19e eeuw ommuurd, met op verschillende plekken in de stad stadspoorten. Van de twaalf poorten zijn alleen Torres de Serranos en Torres de Quart (plaza de santa úrsula 1) nog over. In de begintijd deden de stadspoorten dienst als verdedigingspoort en als plek voor officiële ontvangsten. Later werden ze gebruikt als gevangenis voor welgestelde gevangenen. Nu kun je de Torres de Serranos beklimmen voor een mooi uitzicht over Jardí del Túria en het historische stadscentrum.
Ayuntamiento
Het kolossale gebouw Ayuntamiento is al sinds 1934 in gebruik als stadhuis. Tot die tijd was het een school, waar later delen aan zijn toegevoegd door architecten Francisco de Mora y Berenguer en Carlos Carbonell Pañella. Er is een stadsarchief, de gemeenteraad vergadert hier en als er geen officiële aangelegenheden zijn, is het open voor publiek. Bewonder binnen de marmeren trap en de balzaal vol spiegels. In het historisch stadsmuseum dat hier ondergebracht is, het Museo Histórico Municipal, kom je meer te weten over de geschiedenis van de stad.
Plaza de Toros
Zelfs als je geen fan bent van het stierenvechten, is het Plaza de Toros (de arena) architectonisch een interessant gebouw. Het is neoklassiek, met vier galerijen en 384 symmetrische bogen. De arena is ontworpen door Sebastián Monleón Estellés en gebouwd tussen 1850 en 1860. Het moest een verkleinde versie van het Colosseum in Rome worden. Het is een van de mooiste én grootste stierenvechtersarena’s van Spanje. Er worden tijdens de julifeesten en met de Fallas nog stierengevechten gehouden, maar daarnaast vinden er ook concerten van grote artiesten plaats. Er is plaats voor zo’n 20.000 toeschouwers.
Estación del Norte
Naast het Plaza de Toros ligt het mooiste treinstation van de stad. Het heeft elf jaar geduurd voordat het spectaculaire Estación del Norte in 1917 af was. Het station, ontworpen door Demetrio Ribes, is een van de beste voorbeelden van het Valenciaans modernisme. Het is ontworpen om een onvergetelijke indruk te maken op de reizigers. De centrale hal is versierd met mozaïek. Op de wanden kun je in verschillende talen ‘goede reis’ lezen. Ook zijn er muren met beschilderde tegels. Daarop zijn bijvoorbeeld vrouwen te zien met manden vol sinaasappelen. De houten loketten die je ziet bij binnenkomst zijn origineel en al in gebruik sinds de opening van het station. Let ook op de arend die boven op het station staat als symbool voor ‘snelheid’. Grappig weetje: het station ligt ten zuiden van het stadscentrum en niet in het noorden, zoals de naam doet vermoeden.
Ciutat de les Arts i les Ciències
Ciutat de les Arts i les Ciències is een gebied waar wetenschappen en kunst samenkomen. Kunst in de vorm van opera, beeldenexposities en architectuur. Wetenschappen in het wetenschapsmuseum en in de zonnewijzers buiten. De architect Santiago Calatrava heeft hier verschillende architectonische hoogstandjes ontworpen, waarvan het totaalbeeld nog het meest wegheeft van een futuristische stad in een aflevering van Star Trek. De Stad van Kunst en Wetenschappen is dé plek om je ogen uit te kijken en een van de must-see in de top 10 van bezienswaardigheden Valencia.
Palau de les Arts Reina Sofía
Breng bijvoorbeeld een bezoek aan het Palau de les Arts Reina Sofía, het paradepaardje van Calatrava. Het gebouw, geopend in 2005, is zo’n 75 meter hoog. Met twee zalen met ruim 1400 zitplaatsen en twee kleine zalen is dit het grootste operahuis van Europa. Iedere dag zijn er Engelstalige rondleidingen (tip: koop hier alvast je ticket). Een ander gebouw, L’Hemisfèric, wordt ook wel ‘het oog der wijsheid’ genoemd. De buitenste schil kan open. In het donker, met de lampen aan, zie je een mooie spiegeling in het water. In de binnenste bol is een IMAX-bioscoop. Ook dient het als een planetarium: dan wordt de sterrenhemel op het scherm geprojecteerd.
Museo de las Ciencias
Het gebouw van het wetenschapsmuseum, Museo de las Ciencias, lijkt op een geraamte van een walvis. Het is een interactief museum voor kinderen, maar is ook erg interessant voor volwassenen. Door zelf experimenten uit te voeren, leer je spelenderwijs van alles over wetenschappen. Liever niet in de rij staan? Bestel alvast je kaartje! In Valencia is de moderne brug Assut de l’Or vanwege zijn vorm beter bekend als El Jamonero ‘de hamstandaard’. Het is een van de vijf bruggen die Calatrava over de voormalige rivierbedding heeft aangelegd. Met 125 meter is dit meteen ook het hoogste punt van de stad. De brug verslaat daarmee de Torre de Francia (115 meter) en het Melia Hotel (118 meter).
Museo Nacional de Cerámica
Valencia heeft een groot deel van haar welvaart aan de keramiekindustrie te danken. In het 18e eeuwse Palacio del Marqués de Dos Aguas dat vroeger toebehoorde aan de markies van Dos Aguas, is het nationaal keramiekmuseum gehuisvest, Museo Nacional de Cerámica. Het paleis ziet er aan de buitenkant spectaculair uit, met weelderige versieringen in rococo-stijl. Binnen zijn prachtige voorbeelden van tegelkunst te zien, waar Valencia al sinds de middeleeuwen beroemd om is. De nogal uitbundige vertrekken van de markies zoals de keuken, balzaal en slaapkamer zijn ook te bezoeken.
Catedral de Santa María de Valencia
De eerste steen voor de kathedraal van Valencia, de Catedral de Santa María de Valencia werd gelegd door Jaime I, de koning van Aragón, na zijn verovering van Valencia in 1238. De kathedraal wordt ook wel La Seu genoemd. Hij is gebouwd in de 6 eeuwen daaropvolgend. Je kunt daardoor verschillende bouwstijlen herkennen, maar de kathedraal is overwegend gotisch. Er zijn veel kunstschatten te bewonderen. Ga op zoek naar de fresco’s van engelen of de twee schilderijen van Goya. Volgens veel mensen is hier ook de bewaarplaats van de heilige graal. Beklim de 207 treden van de klokkentoren Torre del Miguelete voor een geweldig uitzicht over de stad.